Hoewel stroom uit een kolencentrale als eindproduct precies hetzelfde is als stroom uit een zonnepaneel, is die laatste dankzij certificering toch extra veel waard. Dat komt door de ‘Garantie van Oorsprong’- of GVO-prijs. In dit blog gaan we in op de ontwikkeling van die GvO-prijs van zonne-energie in Nederland en de impact ervan op een businesscase.
Update december 2023: De GvO-prijs van zonne-energie is weer 'genormaliseerd' naar circa 4 a 5,5 euro, na een eerdere piek van net onder de 10 euro per GvO. De GvO kosten lagen begin 2022 nog tussen de 4 en 5 euro.
De GvO-prijs van zonne-energie is een belangrijk onderdeel van de businesscase van een zonne-energieproject. Dit kan zijn opgenomen in de PPA voor zonne-energie of de GvO’s kunnen los worden verkocht en aangekocht.
Laten we bij het begin beginnen: iedereen kent de term groene energie of groene stroom. Echter weinigen weten wat ervoor zorgt dat stroom zo genoemd mag worden. De EU heeft namelijk gezorgd voor een Europese markt voor groene energie. Dat houdt in dat alle landen een organisatie hebben die hernieuwbare energieproductie nauwkeurig bijhouden.
Die instanties geven zogenaamde ‘garantie van oorsprong’-certificaten uit, oftewel GvO’s. Deze GvO’s van groene stroom vertegenwoordigen een waarde en dus kan je ze verhandelen. 1 GvO gaat voor 1 MWh productie van groene stroom. Garanties van Oorsprong zijn onderdeel van het European Energy Certificate System (EECS) dat wordt beheerd door de Association of Issuing Bodies (AIB).
In Nederland is het CertiQ, een dochteronderneming van de landelijke netbeheerder Tennet, dat gaat over de GvO’s, zowel de uitgifte als het gebruik. Via gecertificeerde brutoproductiemeters houden zij bij;
(Certiq legt GvO's uit in dit filmpje van 2m21s.)
De groei van GvO’s en de totale waarde ervan neemt duidelijk toe. Dat hoeft niet te verbazen want groene energietechnologieën als zon en wind groeien enorm snel. Toch bestaat er (nog) geen centrale marktplaats voor de handel in GvO’s.
De prijspunten die wel beschikbaar zijn, komen van marktpartijen die handelen in de GvO’s. Dit houdt helaas in dat de markt illiquide is en de beschikbare prijsdata die bekend zijn mogelijk juist zijn afgegeven om de GvO-prijs te beïnvloeden.
Bovendien is het zo dat GvO’s binnen het jaar moeten worden ingezet of verbruikt. Anders vervallen de certificaten en vervalt dus ook de groene energie claim.
Hoewel fysiek dus volledig gelijk aan elkaar, is de prijs van stroom toch verschillend per bron van de stroomproductie; biomassa, waterkracht, wind of zon. Daarbij maakt ook de locatie uit.
Een GvO van windenergie uit Denemarken heeft weer een andere waarde dan een GvO van windenergie uit Nederland.
Die prijsverschillen gelden ook voor de GvO-prijs van zonne-energie. Er zijn Nederlandse energieleveranciers die zichzelf promoten met Nederlandse zonne-energie. Die moeten dan wel effectief Nederlandse zon-GvO’s uit de markt halen om dat te dekken.
Zo zie je dat de stroommarkt voor een deel boekhoudkundig is, waarbij fysieke levering en virtuele handel naast elkaar plaats vinden. Een prijs is altijd een samenkomst tussen vraag en aanbod, al is de markt in dit geval dus niet heel transparant. Deze elementen spelen mee in de totstandkoming van de prijzen:
De prijsrange van Nederlandse GvO’s van zonnne-energie ligt de laatste jaren tussen de 1 en 8 euro. Dit is dus allemaal op basis van gedeelde marktdata. In een rapport van CE Delft ‘inkoop groene stroom’ uit maart 2020 komen we deze iets gedateerde grafiek tegen.
Daarin zie je ook dat er aanmerkelijk meer waarde wordt toegekend aan wind en zonne-energie dan aan bijvoorbeeld een hernieuwbare energiebron als biomassa.
Het meest recente datapunt van Wise Nederland duidt op een GvO-prijs voor zonne-energie uit Nederland van 4,15 euro. Tegen 2,10 euro voor een GvO uit Europese zonne-energie. Ook bij ZonnepanelenDelen horen wij dat in juni 2022 dat de prijs op ongeveer 4,50 euro ligt. Begin 2023 lag de GvO-prijs van zonne-energie in Nederland tussen de 8 en 10 euro per GvO. Inmiddels is deze weer gedaald naar circa 4 euro per GvO.
Ook de RVO verrekent de GvO-prijs in haar uiteindelijke SDE++-subsidiebedragen. Dit doet de SDE vanaf 2020 als er sprake is van netlevering. Dat doet men om over subsidiëring te voorkomen. De laatste prijs die hiervan bekend is, houdt rekening met een prijs van 2 euro per MWh (PBL voorlopige correctiebedragen 2022).
‘De GvO-waarde is vastgesteld op basis van de waarde zoals gebruikt in de definitieve correctiebedragen voor 2020. De waarde bedraagt 2 euro per MWh.’
In een eerder rapport ging het PBL nog uit van 6,5 euro per MWh voor zonne-energie.
Heb je een PPA voor zonne-energie met een GvO-prijs die hoger ligt dan de prijs die de PBL hanteert in de definitieve correctiebedragen, dan kan je dat als extra plus meenemen in je businesscase.
Een vaste GvO-prijs is dus moeilijk te hanteren, want die fluctueert de laatste tijden hevig. Bovendien is de markt niet transparant en de prijs is afhankelijk van meerdere factoren. Desondanks blijft het wel zo dat de GvO-prijs een goede plus kan geven op de businesscase van de zonnepanelen.
Heb jij nog extra informatie over de prijs van GvO’s. Laat het ons weten! Wij zullen op dit blog de marktinformatie blijven updaten mochten wij nieuwe informatie tot ons krijgen.
De beste ervaring van onze website krijg je door op 'accepteren' te klikken en zo alle cookies te ervaren. Zo krijg je de beste ervaring van onze website en persoonlijke relevante informatie op het internet. Lees hier over ons cookie beleid. Indien je kiest voor , plaatsen we alleen functionele en analytische cookies.